De proevers
Barbara & Michel, gastvrouw en –heer – hobbykoks, Barbara schreef het artikel.
Ruud & Jorgine, de gasten – Ruud is hobbykok, Jorgine is vinologe.
Het menu
Antipasti – Salumi, formaggi e olivi
Primi piatti – pasta puttanesca
Secondi piatti – saltimbocca
Contorni – insalata verde, patatine fritte, pasta di zucchini
Dolci – key lime pie, mousse al cioccolato
Digestivi – limoncello
De wijnen
Uit Le Marche: Bertonaia Marche Rosso, Baleani 2006 – druiven: merlot, cabernet sauvignon en sangiovese
Uit Le Marche: Carpentano, San Ginesio Rosso, D.O.C. 2013 – druiven: vernaccia nera en sangiovese
Uit Toscane: I Commedianti, Cortona 2012 – druiven: sangiovese, merlot en petit verdot
Kneepjes van het vak
“We hebben die van Henk en nog twee die we uit Italië hebben meegenomen. Twee uit de Marken en eentje uit Toscane dus.”
“Denk je dat we die allemaal op krijgen?”
“Dat hoeft toch niet, we hebben een spuugbakje.”
“Maar nog even: zijn het allemaal DOC’s?”
“Nee, 2 docs, 1 IGT. Maar ze worden wel erg aanbevolen.”
“En wat eten we er bij?”
“Zie het lijstje hier naast.”
“Nou, ik zou zeggen: Proost!”
“Salute!” (bis)
“Cin-cin!”
“Bij worst en kaas vind ik die van Henk erg lekker.”
“Ja, ik vind deze uitbundig in geur, aangenaam. Ik ruik laurier, drop, kruiden.”
“En ik ruik ook rijp zwart fruit, vanille en hout, zelfs chocola.”
“Typisch een wijn voor bij lamsvlees en bij kalfsvlees.”
“Moeten we ‘m dan maar bewaren tot het hoofdgerecht?”
“Nee joh, hij is toch lekker zo?”
“En als-ie op is, dan trekken we toch een nieuwe open?”
“Nu vind ik ‘m nog steeds lekker, ook als ik wat meer gegeten heb. Hij zit wel stevig in de tannines zeg!”
“Ja, lekker krachtige afdronk, een bittertje proef ik, blijft lang hangen.”
“Ik geef hem een 8.”
“Mee eens. Dit is geen eendimensionale wijn, door de tannines en het bittertje ruik je zoveel facetten.”
“Het woord facetten moet je niet gebruiken, dat zegt eigenlijk niks.”
“Nou ja, niet eenvoudig dus.”
“Deze Carpentano is veel minder krachtig dan die van Henk.”
“Ik vind deze maar muf ruiken, een beetje niksig.”
“Ik ruik mineralen, natte steen.”
“Alsof je een overvolle tram in stapt na een fikse regenbui. Natte jassen ruiken naar natte hond, niet fijn.”
“Deze mist toch wel complexiteit, beetje saaie smaak.”
“Ik zou er zeker niet voor omfietsen.”
“Cijfer geven? Een zesje.”
“Ik hoef deze nu niet meer, zonde van het lekkere eten.”
“Die Baleani is zo vlak, die ruik ik helemaal niet.”
“Muf, stoffig, niet erg aangenaam.”
“En als je eerst een hapje saltimbocca neemt en dan een slokje hiervan?”
“Deze blijft echt niet overeind, valt helemaal weg.”
“De tannines zijn er helemaal uit. Wat wil je ook, hij is uit 2006!”
“Ik proef wel een beetje kersen.”
“Nou ja, niet heel slecht, wel okay. Meer een slobberwijntje.”
“Ik vind er weinig aan, ik zou hem niet eens een cijfer willen geven.”
“Sterker nog: laat de rest maar in de fles!”
“Okay, we trekken gewoon nog een I Commedianti open.”
“Hoe vind je deze 2012 van Henk eigenlijk? Heb je die uit 2009 ook geproefd?”
“Ja, die vond ik ook erg lekker, maar deze 2012 vind ik volwassener.”
“Dat zegt Henk zelf ook. Hij kent de kneepjes van het vak nu ook beter.”
“Dus, wat zeggen we tegen Henk?”
“Geslaagd Henk, ga zo door. Door ons zal je verkoop niet verminderen, dat is zeker!”